Vorige week stond in het teken van de proffen van KU Leuven
die hier op bezoek kwamen. De aanleiding van hun aanwezigheid was het feit dat
ze graag een langdurig project willen opstarten met Arba Minch University, maar
daarvoor moeten ze een ijzersterk projectvoorstel hebben want de concurrentie
van andere Vlaamse universiteiten is moordend. We werden gevraagd om
dinsdagochtend om 9:00u naar het management building te komen om hen te
ontmoeten. Na een uur wachten kregen we hen eindelijk te zien en werden we hartelijk ontvangen. We moesten we
ons voorstellen en een korte toelichting geven bij ons onderzoek. Bovendien werden we gevraagd naar alle problemen die we ondervonden en bleken ze bereid om samen een oplossing te zoeken.
Woensdag
gingen we met hen naar het park. Er werd ons verteld dat het maar een kort
bezoek zou worden, een halve dag ongeveer. Eten meenemen was dus niet nodig. Natuurlijk begon de dag weer met vertraging en
werd er nog meer vertraging opgelopen doordat er problemen waren met maar
liefst 2 van de 3 auto’s. We moesten dus ’s avonds in de gietende regen onze weg
naar de uitgang van het park vinden. Dat is echter geen simpele taak als
het regent vanwege de steile hellingen en afdalingen en het gebrek aan daglicht
maakte het er ook niet echt beter op. Rond 20:30u werden we afgezet aan het
Tourist Hotel om onze eerste voedsel van de dag (buiten een paar droge
gemberkoekjes) op te nemen. Het was voor mij echter gelukkig wel een vruchtbaar
bezoek. Toen de proffen de situatie in de praktijk zagen vlogen de ideeën en
voorstellen voor mijn thesis in het rond. De focus van mijn onderzoek is nu dus
lichtjes veranderd, ik zal hoofdzakelijk bekijken hoe de degradatiegraad van
het landschap het graasgedrag van de zebra beïnvloedt. We hebben al vastgesteld
dat er wel degelijk een correlatie lijkt te zijn, dus succes is min of meer
gegarandeerd.
In het park |
Donderdag kon ik er niet meer onderuit: mijn kleren moesten gewassen worden. Vol goede moed vulde ik een bak met water en plaatste het op de wc zodat de heerlijke geur die dat ding verspreidt een beetje geblokkeerd zou worden. Gelukkig kreeg ik Blake zo ver om in ruil voor een massage water te gaan halen aan de overkant van de straat. Jeroen was dan weer zo slim geweest om een waterkoker van thuis mee te nemen. Enkele uren, vele liters water en een pijnlijke rug later had ik weer een (relatief) propere garderobe.
Het proces |
Het resultaat |
Ondertussen had ik de hele dag nog niets van Simon of de
proffen gehoord terwijl mijn protocol nog op papier gezet moest worden, dus belde ik rond
17:00 maar om te vragen of we nog iets konden afspreken. Dan bleek dat we om
19:00u ergens werden verwachten om te gaan dineren met de proffen van KU Leuven
en de doctoraatsstudenten van Arba Minch University. Wellicht waren ze ons dat
even vergeten te laten weten. Gelukkig was het een heel gezellige avond en
kregen we een geweldige maaltijd voorgeschoteld. Vrijdagmiddag stond hun
vertrek alweer gepland.
Heerlijke vis |
Zaterdag spraken we af met Bayisa om ons alle verborgen
winkeltjes en marktjes in de stad te tonen. Daar vonden we eindelijk een markt
met verse producten. Er zijn hier 8 soorten groenten te krijgen: aardappelen,
tomaten, kool, pepers, uien, wortelen, knoflook en iets dat we niet kennen. We
moesten liefst alles per kilo nemen want anders kwamen ze in de problemen met
de balansen van hun weegschaal. Als je ergens gaat eten is alles inderdaad
bereid op basis van deze ingrediënten, met toevoeging van vele kruiden. Qua
fruit hebben we de zoektocht opgegeven en zijn we blijven steken bij banaan,
avocado en limoen. Even later vonden we in een winkeltje ook pasta, een pot
tomatensaus, brood en warempel chocopasta. Ons beperken tot één maaltijd per
dag is hopelijk nu voorgoed verleden tijd.
Een deel van onze buit |
Het basisvoedsel is hier zeer goedkoop, vb. 5 birr (20
eurocent) voor een kilo aardappelen, maar koekjes, alles in blik, alle dranken
buiten water, etc. worden hier duidelijk gezien als luxegoederen. Chips (zo’n
pringles doos) kost hier 65 birr (2,60 euro), dat is evenveel als een volledige
maaltijd bij het op één na duurste restaurant van de stad. Ik sloeg dan ook
steil achterover toen ik tijdens mijn eerste dag in Arba Minch 180 birr (7,20
euro) moest betalen voor een doos basic corn flakes, een pakje droge koekjes,
een snickers, een bounty en een twix. Dat is een zelfs meer dan je in België
zou betalen. Jeroen daarentegen moest minder dan mij betalen voor batterijen,
een gloeilamp, een grote voorraad wasproduct en waarschijnlijk nog wel wat
andere artikelen die ik me niet meer herinner. Ik ging er dus vanuit dat ze mij
hadden afgezet, maar waarschijnlijk zijn toch hier toch redelijk normale
prijzen voor die producten. Mijn aankopen zullen in het vervolg dus waarschijnlijk
beperkt worden tot verse producten en droge koeken. Een koffie of een thee (die ik trouwens heel
lekker vind hier) op een marktje kost 2 birr (0.08 euro), een soort van krokant
stuk brood dat ruim volstaat als ontbijt 3 birr (0.12 euro) en een banaan 2
birr. Voor 20 eurocent heb je dus een lekker ontbijt. Het is dus een beetje zoeken. Sommige dingen
zijn ontzettend veel goedkoper dan bij ons, andere zijn weer een stuk duurder.
Ondertussen ben ik al een maand hier. Ik ben gewend
aan het leven, de stad en de mensen en ik heb het naar mijn zin. Het
moeilijkste voor mij is toch wel nog steeds het gebrek aan stromend water en
dan vooral in combinatie met de hitte. De warmte heb ik min of meer leren
verdragen en met massa’s zonnecrème houdt mijn huid het nu ook wel vol, maar ’s
avonds wil je gewoon zo ontzettend graag dat zweterige gevoel, de zonnemelk en
het stof van je af wassen en dat kan meestal niet. Momenteel heb ik meestal één
keer per 5 dagen ongeveer water gedurende een halve tot een hele dag. Mezelf en mijn haren wassen
gebeurt in de tussentijd met bidons en flessen die we met water gevuld hebben. Sommige voeding
mis ik. Ik zou een moord begaan voor een appelsien. Ondanks dat ik maar 1 keer
per dag eet en dit vrij sober is (een soep of een spaghetti, soms vlees met
brood en wat groenten) lijk ik niet af te vallen, integendeel. Wellicht is mijn
lichaam op spaarstand gegaan en benut het alles maximaal. Hopelijk verdwijnt
dat als we ’s middags wat gaan eten, want dit was niet helemaal de bedoeling. Een cultuurshock heb ik niet echt gehad. Op
het begin is het natuurlijk allemaal heel erg aanpassen, maar ik heb nog geen moment gehad dat ik het even niet meer zag zitten of naar huis wou. Ik
mis bepaalde dingen van België, maar niet in die mate dat ik me er slecht door
ga voelen. Heimwee heb ik nog niet. Ook met mijn gezondheid gaat het goed. Mijn
lichaam laat met regelmaat weten dat het niet blij is met mijn voedingspatroon,
maar echt ziek ben ik nog niet geweest, in tegenstelling tot wat velen mij
verzekerd hadden. Zolang ik mijn malariapil tijdens het eten neem, heb ik ook
hier geen bijwerkingen van. Als ik ze een keertje vergeet mee te nemen naar het
restaurant en ze pas later neem, protesteert mijn maag wel de hele nacht en
voormiddag. Blijkbaar heeft zo wat iedereen in de omgeving malaria. De variant die
hier voornamelijk heerst, is niet zo gevaarlijk, maar blijft wel voor de rest
van je leven in je lichaam aanwezig. Meestal hebben ze er geen last van, maar
bij een verlaagde weerstand ligt een malaria aanval op de loer.
Woensdag kochten we nog wat extra producten en konden we eindelijk aan onze eerste zelfgemaakte maaltijd in Ethiopië beginnen: spaghetti! Gelukkig bleek die boven verwachting lekker te zijn en zullen we hopelijk in de toekomst wat vaker zelf de handen uit de mouwen steken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten