donderdag 28 augustus 2014

Vorige week stond in het teken van de proffen van KU Leuven die hier op bezoek kwamen. De aanleiding van hun aanwezigheid was het feit dat ze graag een langdurig project willen opstarten met Arba Minch University, maar daarvoor moeten ze een ijzersterk projectvoorstel hebben want de concurrentie van andere Vlaamse universiteiten is moordend. We werden gevraagd om dinsdagochtend om 9:00u naar het management building te komen om hen te ontmoeten. Na een uur wachten kregen we hen eindelijk te zien en werden we hartelijk ontvangen. We moesten we ons voorstellen en een korte toelichting geven bij ons onderzoek. Bovendien werden we gevraagd naar alle problemen die we ondervonden en bleken ze bereid om samen een oplossing te zoeken. 

Woensdag gingen we met hen naar het park. Er werd ons verteld dat het maar een kort bezoek zou worden, een halve dag ongeveer. Eten meenemen was dus niet nodig.  Natuurlijk begon de dag weer met vertraging en werd er nog meer vertraging opgelopen doordat er problemen waren met maar liefst 2 van de 3 auto’s. We moesten dus ’s avonds in de gietende regen onze weg naar de uitgang van het park vinden. Dat is echter geen simpele taak als het regent vanwege de steile hellingen en afdalingen en het gebrek aan daglicht maakte het er ook niet echt beter op. Rond 20:30u werden we afgezet aan het Tourist Hotel om onze eerste voedsel van de dag (buiten een paar droge gemberkoekjes) op te nemen. Het was voor mij echter gelukkig wel een vruchtbaar bezoek. Toen de proffen de situatie in de praktijk zagen vlogen de ideeën en voorstellen voor mijn thesis in het rond. De focus van mijn onderzoek is nu dus lichtjes veranderd, ik zal hoofdzakelijk bekijken hoe de degradatiegraad van het landschap het graasgedrag van de zebra beïnvloedt. We hebben al vastgesteld dat er wel degelijk een correlatie lijkt te zijn, dus succes is min of meer gegarandeerd.

In het park

Donderdag kon ik er niet meer onderuit: mijn kleren moesten gewassen worden. Vol goede moed vulde ik een bak met water en plaatste het op de wc zodat de heerlijke geur die dat ding verspreidt een beetje geblokkeerd zou worden. Gelukkig kreeg ik Blake zo ver om in ruil voor een massage water te gaan halen aan de overkant van de straat. Jeroen was dan weer zo slim geweest om een waterkoker van thuis mee te nemen. Enkele uren, vele liters water en een pijnlijke rug later had ik weer een (relatief) propere garderobe.

Het proces
Het resultaat

 Ondertussen had ik de hele dag nog niets van Simon of de proffen gehoord terwijl mijn protocol nog op papier gezet moest worden, dus belde ik rond 17:00 maar om te vragen of we nog iets konden afspreken. Dan bleek dat we om 19:00u ergens werden verwachten om te gaan dineren met de proffen van KU Leuven en de doctoraatsstudenten van Arba Minch University. Wellicht waren ze ons dat even vergeten te laten weten. Gelukkig was het een heel gezellige avond en kregen we een geweldige maaltijd voorgeschoteld. Vrijdagmiddag stond hun vertrek alweer gepland.


Heerlijke vis

Zaterdag spraken we af met Bayisa om ons alle verborgen winkeltjes en marktjes in de stad te tonen. Daar vonden we eindelijk een markt met verse producten. Er zijn hier 8 soorten groenten te krijgen: aardappelen, tomaten, kool, pepers, uien, wortelen, knoflook en iets dat we niet kennen. We moesten liefst alles per kilo nemen want anders kwamen ze in de problemen met de balansen van hun weegschaal. Als je ergens gaat eten is alles inderdaad bereid op basis van deze ingrediënten, met toevoeging van vele kruiden. Qua fruit hebben we de zoektocht opgegeven en zijn we blijven steken bij banaan, avocado en limoen. Even later vonden we in een winkeltje ook pasta, een pot tomatensaus, brood en warempel chocopasta. Ons beperken tot één maaltijd per dag is hopelijk nu voorgoed verleden tijd.

Een deel van onze buit

Het basisvoedsel is hier zeer goedkoop, vb. 5 birr (20 eurocent) voor een kilo aardappelen, maar koekjes, alles in blik, alle dranken buiten water, etc. worden hier duidelijk gezien als luxegoederen. Chips (zo’n pringles doos) kost hier 65 birr (2,60 euro), dat is evenveel als een volledige maaltijd bij het op één na duurste restaurant van de stad. Ik sloeg dan ook steil achterover toen ik tijdens mijn eerste dag in Arba Minch 180 birr (7,20 euro) moest betalen voor een doos basic corn flakes, een pakje droge koekjes, een snickers, een bounty en een twix. Dat is een zelfs meer dan je in België zou betalen. Jeroen daarentegen moest minder dan mij betalen voor batterijen, een gloeilamp, een grote voorraad wasproduct en waarschijnlijk nog wel wat andere artikelen die ik me niet meer herinner. Ik ging er dus vanuit dat ze mij hadden afgezet, maar waarschijnlijk zijn toch hier toch redelijk normale prijzen voor die producten. Mijn aankopen zullen in het vervolg dus waarschijnlijk beperkt worden tot verse producten en droge koeken.  Een koffie of een thee (die ik trouwens heel lekker vind hier) op een marktje kost 2 birr (0.08 euro), een soort van krokant stuk brood dat ruim volstaat als ontbijt 3 birr (0.12 euro) en een banaan 2 birr. Voor 20 eurocent heb je dus een lekker ontbijt.  Het is dus een beetje zoeken. Sommige dingen zijn ontzettend veel goedkoper dan bij ons, andere zijn weer een stuk duurder.


Ondertussen ben ik al een maand hier. Ik ben gewend aan het leven, de stad en de mensen en ik heb het naar mijn zin. Het moeilijkste voor mij is toch wel nog steeds het gebrek aan stromend water en dan vooral in combinatie met de hitte. De warmte heb ik min of meer leren verdragen en met massa’s zonnecrème houdt mijn huid het nu ook wel vol, maar ’s avonds wil je gewoon zo ontzettend graag dat zweterige gevoel, de zonnemelk en het stof van je af wassen en dat kan meestal niet. Momenteel heb ik meestal één keer per 5 dagen ongeveer water gedurende een halve tot een hele dag. Mezelf en mijn haren wassen gebeurt in de tussentijd met bidons en flessen die we met water gevuld hebben. Sommige voeding mis ik. Ik zou een moord begaan voor een appelsien. Ondanks dat ik maar 1 keer per dag eet en dit vrij sober is (een soep of een spaghetti, soms vlees met brood en wat groenten) lijk ik niet af te vallen, integendeel. Wellicht is mijn lichaam op spaarstand gegaan en benut het alles maximaal. Hopelijk verdwijnt dat als we ’s middags wat gaan eten, want dit was niet helemaal de bedoeling.  Een cultuurshock heb ik niet echt gehad. Op het begin is het natuurlijk allemaal heel erg aanpassen, maar ik heb nog geen moment gehad dat ik het even niet meer zag zitten of naar huis wou. Ik mis bepaalde dingen van België, maar niet in die mate dat ik me er slecht door ga voelen. Heimwee heb ik nog niet. Ook met mijn gezondheid gaat het goed. Mijn lichaam laat met regelmaat weten dat het niet blij is met mijn voedingspatroon, maar echt ziek ben ik nog niet geweest, in tegenstelling tot wat velen mij verzekerd hadden. Zolang ik mijn malariapil tijdens het eten neem, heb ik ook hier geen bijwerkingen van. Als ik ze een keertje vergeet mee te nemen naar het restaurant en ze pas later neem, protesteert mijn maag wel de hele nacht en voormiddag. Blijkbaar heeft zo wat iedereen in de omgeving malaria. De variant die hier voornamelijk heerst, is niet zo gevaarlijk, maar blijft wel voor de rest van je leven in je lichaam aanwezig. Meestal hebben ze er geen last van, maar bij een verlaagde weerstand ligt een malaria aanval op de loer. 

Woensdag kochten we nog wat extra producten en konden we eindelijk aan onze eerste zelfgemaakte maaltijd in Ethiopië beginnen: spaghetti! Gelukkig bleek die boven verwachting lekker te zijn en zullen we hopelijk in de toekomst wat vaker zelf de handen uit de mouwen steken. 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten