zaterdag 16 augustus 2014

Vorige zaterdag was het dan eindelijk zover: ons eerste bezoek aan het park. Gewapend met brood en bananen verlieten we de stad. Al snel werd duidelijk waarom het niet mogelijk is het park dagelijks te bezoeken. De ‘wegen’ zijn zo vreselijk slecht dat je er ongeveer 2 uur over doet om de 25 km naar het basecamp in het park af te leggen. De eerste lekke band moest dan ook al snel vervangen worden. De prachtige Ethiopische natuur, die mij al ontroerde door haar schoonheid toen ik uit het vliegtuigraampje keek, bleek vanuit dit perspectief zo mogelijk nog wonderbaarlijker. Het is bepaald geen straf om hier mijn thesisonderzoek te mogen uitvoeren. Ook brachten we een kort bezoekje aan de hot springs in het park. Niet geheel gewenst kreeg ik de eer om tussen een 15-tal (half)naakte vrouwen te gaan voelen hoe warm het water was. En warm was het inderdaad. 

vlnr: Ik, Simon, Blake, Jeroen, en Bayisa

Er werd besloten om een aantal weken van maandag tot woensdag in het park te verblijven in tenten en gedurende die tijd zoveel mogelijk data te verzamelen. Dat zou neerkomen op dagelijkse observaties van 7u-12u en van 15u tot 19u. Tussen de middag zouden we dan terug gaan naar het kamp om te eten en de zon te ontlopen. Afgelopen week zouden we dit de eerste keer ondernemen. Ik fronste mijn wenkbrauwen al even toen ik hoorde dat we pas om 13u zouden vertrekken. Dat zou betekenen dat ik maandag nauwelijks nog iets zou kunnen doen en voor mij een verloren dag zou zijn. Uiteindelijk arriveerden Simon en John pas rond 14:30u bij ons kot en was het 17:30u tegen dat we de tenten hadden opgezet. Het laatste uurtje zonlicht hebben we dan maar gebruikt om de eerste beelden te schieten en een idee te krijgen van onze praktische aanpak. 

Het kamp waar de scouts slapen en er gekookt kan worden met onze tentjes er naast
Foto genomen op dezelfde positie als de vorige
Die trend zette zich verder. Dinsdag vertrokken we pas om 8:30u i.p.v. de afgesproken 7:00u, er moest immers nog gewacht worden tot het ontbijt (warme pasta met injera) klaar was en door de bewolking zouden de zebra's toch moeilijker te vinden zijn. Ook in de namiddag was het 16:30 voordat we eindelijk weer op pad gingen. De mannen besloten eerst nog een volleybalwedstrijdje te spelen en daarna moest er natuurlijk nog een middagdutje gedaan worden. Ook woensdag vertrokken we weer te laat (om dezelfde reden), maar konden we gelukkig wel blijven filmen tot 13:30u. Al bij al heb ik dus niet zoveel data als ik graag gehad zou hebben. Simon beloofde mij dat we volgende keer meer zouden doen, maar dat valt natuurlijk nog af te wachten.

Op het kamp zijn weinig voorzieningen. Er was geen toilet en geen douche. Het eten hadden we zelf bij. Dat was voornamelijk injera, brood en pasta. Op het eerste zicht klonk dat dus niet zo slecht. Helaas aten ze bij vrijwel alles een bepaalde saus, die voor mij echt walgelijk smaakt. En dan bedoel ik niet het soort dat je met lange tanden toch wel binnen krijgt, maar eerder het soort waarvan je al moet kokhalzen als je de geur enkel nog maar ruikt. Verder dan een paar happen van de gerechten waar die saus in verwerkt was geraakte ik dus niet. Toch deed ik mijn best, aangezien ik niemand wou beledigen en het waarschijnlijk een vorm van respect is hier om veel en smakelijk te eten. Jammer genoeg stapelde die aversie zich op tot ik de laatste dag echt geen hap meer door mijn keel kreeg. Gelukkig had Simon het door en verzekerde hij me dat het geen enkel probleem was als ik de volgende keer zelf mijn eten mee nam. De opluchting was enorm. Het feit dat ik nog steeds geen winkeltjes heb kunnen vinden waar ze degelijk vers voedsel verkopen (laat staan voor 3 dagen) is daarbij even bijzaak.

Als je dan toch de halve dag dag zebra's aant bekijken bent zie je natuurlijk ook heel wat leuke dingen....




... maar soms ook minder leuke dingen.

 Toen we woensdagavond moe, bezweet, vuil en plakkerig van de zonnecrème terug aan kwamen op de campus, was er nog steeds geen stromend water. Bovendien werkten nu ook de kraantjes aan de overkant van de straat niet waardoor we op geen enkele manier aan water konden geraken. Dat was de eerste keer dat ik de mezelf toch even vervloekte dat ik naar hier ben gekomen. Donderdagochtend werd ik, badend in het vuil en met pijn door de zonnebrand, wakker in een kamer zonder elektriciteit, water en internet en in de stank van de wc die niet doorgespoeld kon worden. Dat was toch wel even een dieptepunt. Al stinkend wisten we de dag door te komen. Gelukkig werkten de kraantjes buiten op vrijdag wel waardoor ik een paar flessen met water kon vullen en zo op zijn minst mezelf en mijn haar iet of wat kon wassen. Ik voelde me als herrezen. Vrijdagavond werkte het water plots weer op mijn kamer en verdween de stank, kon ik de insecten in de douche weg spoelen en leek het leven weer prachtig. Helaas ontdekten we op dat moment ook dat er ingebroken was in de living van de jongens en Jeroen zijn laptop is gestolen. Al het werk dat hij tot hiertoe heeft verricht in Ethiopië is weg. Blijkbaar komen diefstallen hier niet zo vaak voor en de security van de universiteit en de politie nemen de zaak dan ook zeer ernstig. Het is natuurlijk ook niet bepaald goede reclame voor de universiteit als de enige buitenlandse onderzoekers die hier op een jaar verblijven worden bestolen.

Volgende week komen de proffen van KU Leuven en UAntwerpen om een aantal van hun eigen projecten te bekijken en te zien hoe ver wij staan met ons onderzoek. Vrijdag zullen we een presentatie moeten geven. Helaas kunnen we die week dan niet verder met ons veldwerk, maar er is tenminste wat actie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten