Ondertussen zit ik op mijn nieuwe kamertje voor de komende 3
maanden, maar laat ik eerst eens bij het begin beginnen. Mijn eerste
kennismaking met Ethiopië was toen ik naar de ambassade in Brussel ging voor
mijn visum. Nu ja, de eerste keer dat ik die trip van 2 en een half uur reizen ondernam,
hing er een briefje op de deur dat de ambassade uitzonderlijk gesloten was die
dag. Misschien was dat wel de beste kennismaking die ik kon hebben. De 2e
poging was wel succesvol. Het gebouw zat vol ernstige mannen in kostuum die hun
taak duidelijk serieus namen. Met een brede glimlach stelde ik mijn vraag.
Zonder antwoord te geven en met een doodserieuze blik nam de man mijn
documenten aan en verdween. Vijf minuten later verscheen hij weer, gaf me alles
terug en rekende af. Ook nu mislukten mijn pogingen om hem tot een glimlach te
verleiden. Het gaf me een erg ongemakkelijk gevoel , alsof ik iets mis deed,
maar ik vermoed dat het gewoon een deel is van de professionaliteit is die ze
willen uitstralen. Het gaf me in elk geval niet het warme gevoel waar
Ethiopiërs bekend om zouden staan.
Donderdag was het dan eindelijk zo ver, ik vertrok naar Arba
Minch! Bij aankomst aan gate B07 ontmoette ik Blake, een Amerikaan die zijn bachelor
heeft gedaan aan de universiteit van Miami en nu bezig is aan zijn master
biologie aan de universiteit van Antwerpen. Hij zou ook gedurende 2 maanden
onderzoek doen aan Arba Minch University. Hij wist te vertellen dat onze vlucht
al minstens een uur vertraging zou hebben. Uiteindelijk stegen we anderhalf uur
later dan gepland dan toch op. Aan mijn rechterkant zat een Arabier die
voortdurend gebeden aan het prevelen of aan het zingen was en die erin slaagde
om vrijwel alle overbodige onderdelen van zijn maaltijd op mij terecht te laten
komen. Met mijn andere buurman raakte ik aan de praat nadat ik hem mijn
maaltijd, de laatste portie kip, aanbood omdat hij geen rundvlees lustte. Het bleek een Italiaan te zijn die Alessandro
heette en die ongeveer overal ter wereld gewoond, gewerkt of gereisd heeft.
Momenteel verbleef hij al 2 jaar in Brussel. Het was een zeer intrigerende man
waarmee ik de resterende 3 en een half uur dan ook een heel boeiend gesprek
gehad heb. De tijd vloog dus om. Helaas hadden we door de vertraging maar een
half uur om onze tweede vlucht te halen,
maar aangezien dit ook een vliegtuig van Egypt Air betrof en velen die
overstap moesten maken, werd er op ons gewacht en alle bagage nog ingeladen. Omdat
het vliegtuig niet volledig vol zat, had ik meer ruimte en kon ik wat slapen.
Ook deze landing werd ingezet voordat ik het wist. Omstreeks 4u ’s nachts plaatselijke
tijd zetten we voet op Ethiopische bodem!
Daar konden we onze euro’s wisselen voor birrs in een sjofel
exchange office. Een heel formulier met onze gegevens moest worden ingevuld
voordat tot deze transactie kon worden overgegaan. Eens we in de juiste terminal
voor onze binnenlandse vlucht waren, konden we onze bagage gelukkig alweer
kwijt. Het lange wachten kon beginnen. Al snel konden we een ligstoeltje
bemachtigen en slaagden we erin om een beetje te slapen. Ook kon ik mijn eerste
indrukken van Ethiopië opdoen. Opvallend was dat ook hier niemand naar ons
lachte, behalve de kinderen. Zelfs als je lachte naar het personeel bleven ze
je met dezelfde uitdrukkingsloze blik aanstaren. Een tweede punt dat mijn aandacht
trok, was dat de mannen en vrouwen apart zaten. De mannen groepeerden zich min
of meer, terwijl de meeste vrouwen een individueel plaatsje met hun kroost
zochten. Daardoor ontstonden er gescheiden zones voor beide geslachten. Dit
waren over het algemeen vrouwen met burka’s of hoofddoeken. Naarmate de nacht
vorderde kwam er meer volk en waren er ook vele modern geklede vrouwen met
schaars geklede tienerdochters. Daar keek niemand van op. Om 15:10u – met enige
vertraging uiteraard – arriveerde ons vliegtuigje en konden we vertrekken. Door
de vele regen stond de startbaan letterlijk onder water en in combinatie met de
geringe omvang en de staat van het kleine vliegtuigje gaf dit ons niet al te
veel vertrouwen. Toen de piloot ook nog eens waarschuwde voor een ‘bumpy flight’
door het noodweer, zakte de moed ons al helemaal in de schoenen. Uiteindelijk
viel het allemaal best mee en zijn we na een tussenstop in Jimma op onze
eindbestemming geraakt: Arba Minch!
Daar stond onze chauffeur, John, ons al op te wachten. Na een warm onthaal slaagde hij erin om alle mensen, koeien, geiten, ezels en alle mogelijke vervoersmiddelen op de weg te ontwijken en bracht hij ons naar ons verblijf op de universiteitscampus. Enthousiast liet hij mijn kamer zien. Vol trots vertelde hij wat een geweldige kamer het wel niet was en toonde hij dat alles werkte: het water, de elektriciteit en de ventilator. Alle basisvoorzieningen waren inderdaad aanwezig, maar toch was ik niet helemaal voorbereid op wat ik te zien kreeg. Het gebouw is, gezien door mijn Belgische ogen, ontzettend vervallen. Vrijwel alles is vies en kapot. Mijn frigo is de woonplaats van een nest oorwormen, en de mieren hebben hun huisje gevonden in de badkamer. De kakkerlakken en muggen zitten zo’n beetje overal. Het water heeft overigens niet lang gewerkt, van gisteravond tot enkele uren geleden had ik al meteen geen stromend water. In de kamer zelf is ook geen raam, dus het is behoorlijk deprimerend om hier lange tijd te zitten. Blake zijn kamer bevindt zich op de bovenste verdieping van de blok naast de mijne. Hij heeft samen met Jeroen, een student van de KU Leuven die sinds een week in Arba Minch verblijft, ook een living ter beschikking. Ik besluit al snel dat dat ook mijn voornaamste leefzone zal worden. Samen met John gaan we na het bezichtigen van de kamers naar de stad om de belangrijkste dingen te kopen: beddengoed, water en wc-papier. Daarna gaan we iets drinken in een plaatselijke bar om vervolgens samen te komen in het restaurant van een hotel met Simon, een doctoraatsstudent en tevens mijn lokale promotor, en Genaye, een ontzettend lief meisje dat ook op de campus leeft en meteen aanbiedt om haar nummer te geven zodat we met al onze vragen en problemen bij haar terecht kunnen. We besluiten om ons helemaal in de cultuur onder te dompelen en bestellen het nationale gerecht: injera. Een soort zure pannenkoek die gebruikt wordt om de overige ingrediënten (ondefinieerbaar vlees, kool, allerlei sausjes en groenten,…) vast te nemen en zo op te eten. Mijn smaakpapillen moeten toch nog even wennen aan deze vreemde smaken, om het eufemistisch uit te drukken.
Deze morgen kwam John ons weer halen om een simkaart te kopen. Om daar binnen te geraken moesten we eerst gefouilleerd worden (of ja, John en Jeroen dan toch, de vrouwen vertrouwen ze blijkbaar) en voordat ik mijn simkaart kon krijgen moest ik een pasfoto en een kopie van mijn paspoort geven en een heel formulier met mijn persoonlijke gegevens invullen. Elke simpele handeling of aankoop gebeurt hier vreselijk omslachtig. ’s Middags hebben we het er op gewaagd om naar een lokaal restaurantje te gaan, helaas hadden ze daar enkel injera. Deze avond is het dus toch maar weer iets niet-tradioneel Ethiopisch geworden: gefrituurde vis met brood. Er leven ook een hele hoop bavianen rond mijn gebouw, vooral het alfa mannetje is erg impressionant. Regelmatig liggen ze in de clinch met elkaar of met de katten, wat erg entertainende en luidruchtige taferelen oplevert. De mensen hier lijken niet allemaal even opgezet met onze komst. De kinderen en jongeren zijn vooral nieuwsgierig en willen met ons praten en een hand geven, of wijzen naar ons terwijl ze praten en giechelen, maar de ouderen werpen vaak een nogal afkeurende blik. Er zijn in elk geval weinig hoofden die niet onze richting uitdraaien als we langs komen gewandeld, maar we zijn dan ook de enige 3 blanken op de campus. Het geeft ons een erg ongemakkelijk gevoel, ik ben blij dat ik niet de enige buitenlandse student bent. Ondertussen lijkt het wel alsof ze al een beetje aan ons gewend zijn, ofwel zijn we al een beetje immuun geworden voor hun starende blikken.
Morgen zullen we nog een dagje relaxen en de campus en de stad verkennen, maar maandag begint het echte werk. Dan zal ik samen zitten met Simon om het verloop van mijn onderzoek te bespreken en zal ik een rondleiding door het park krijgen. Ik kan al niet wachten!
|
Mijn slaapkamer |
|
Keuken |
|
De geweldig uitnodigende douche... :( |
|
Badkamer |
|
Uitzicht vanuit Blake en Jeroen hun balkon |
|
Uitzicht vanuit Blake en Jeroen hun balkon |
|
Uitzicht vanuit Blake en Jeroen hun balkon |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten